Bouwen en vliegen in het klein

Bouwen van het model

Tegenwoordig zijn er modellen te koop die met enkele uren bouwen vliegklaar zijn. Qua kosten hoeven deze niet duurder te zijn dan volledige bouwpakketten. De bouwdozen zijn vaak minder compleet dan de “Almost ready to fly”-modellen.

Om te beginnen met vliegen zijn deze laatste serieus aan te bevelen. Voor de volledige bouwpakketten is meer ervaring en aandacht nodig omdat er aan veel zaken gedacht moet worden zoals precies gelijke vleugels, de balans en het gewicht, het staartstuk moet precies recht achter het vliegtuig en alle vleugels en stuurvlakken moeten vlak of met precies de juiste bolling gebouwd worden.

Balans van het vliegtuig

De juiste balans links/rechts: als het vliegtuig bij de propellerdop wordt vastgepakt en onder de staart met een vinger op wordt getild moet het vliegtuig niet steeds een kant op vallen. Dit betekent dat het vliegtuig uit balans is. De ene vleugel kan dan zwaarder zijn dan de andere. Mocht dit het geval zijn is dit vaak op te  lossen door in een vleugeltip extra gewicht aan te brengen bijvoorbeeld een klein stukje lood.

De juiste balans voor/achter: als het vliegtuig in het verlengde van het balanspunt (altijd op tekening aangegeven) aan beide zijden met de vleugels opgetild wordt, moet het zwaartepunt een stukje naar voor hiervan liggen. Dit is te zien aan het feit dat de neus dan enigszins omlaag zal wijzen.

Installatie van de motor

De motor moet op de juiste manier op de romp gemonteerd worden. Bij veel modellen is dat enigszins scheef op de romp. Dit staat op de bouwtekening aangegeven. Ook dient de motor de juiste motordomp te hebben. Dat houdt in dat de motor met de juiste hoogterichting geplaatst is.

De motor heeft een brandstofaanvoer bij de carburateur. Mogelijk zit op de uitlaat nog een aansluiting naar de brandstoftank. Hiermee kan de brandstoftank onder druk gezet worden zodat de toevoer naar de carburateur wat soepeler verloopt.

Ga niet vliegen met een motor die niet soepel en betrouwbaar loopt.

1.Motordomp, scheefstelling en aansluiten van de brandstofslangetjes.

2.Carburateurinstellingen en stelmogelijkheden, stationairafstelling.

3.Zenderbediening. De bediening kan niet vaak genoeg gecontroleerd worden. Bij een vliegtuig met rolroeren zal bij linksom sturen het linker rolroer omhoog gaan. Bij linksaf sturen zal het richtingsroer naar links uitslaan. Bij omhoog sturen zal het hoogteroer naar boven gaan.